The letter written by Ojas de Ronde few hours after Virendra left his physical body.
Lieve, wakkere Virendra,
Ik ben blij dat ik jou heb mogen meemaken.
In de 20 jaar dat ik je mocht meemaken bij de Vrienden van Osho
Was je altijd wakker, alert, kritisch, lastig en …ter zake.
Vooral als het over financiƫn ging.
The Goose is out! Dat heb je in je laatste dagen beseft!
Hoe komt een gans uit een glazen fles? vroeg eens een zen meester.
Het enige antwoord: hij heeft er nooit in vastgezeten.
Je hebt beseft: Je hebt hier nooit vastgezeten.
Wat een inzicht.
Je hebt alles wat wij menen zeker te weten losgelaten.
In het laatste gesprek heb je me over dat proces nog verteld.
Je hebt me toen verteld wat ‘sannyasin zijn ’ voor jou betekent.
Je zei: sannyasin komt van ‘sam-ni-san’, ‘sam is ‘alles samen’, ‘nisan’ is ‘loslaten’.
Alles loslaten, daar was je mee bezig.
En zo te zien, ging het je goed af.
Dat heb je ook je hele leven gedaan.
Je kamer op de Sluisstraat, waar wij vaak vergaderden, was altijd leeg.
Een tafel, een stoel, een paar planten en een foto van Osho.
‘Ik moet ruimte hebben,’zei je.
‘Ruimte om te mediteren, om t’ai chi te doen,
Ruimte om dynamic te doen, ruimte om te dansen.’
Kaal, maar voor jou was het genoeg. Jij had niet veel nodig.
Je rijkdom was van binnen.
Je hebt veel losgelaten in je leven. Ook innerlijk.
Je begon met heel veel ballast, zoals je me eens zei.
Een start in een omgeving waarin het motto gold:
‘Je bent zondig. Daar kun je niets aan doen. Zo ben je geboren.
Je kunt daarom beter geen plezier hebben in je leven,
geen beloning aannemen.
En dan maar hopen op een gunstig oordeel van God.’
Dat heb je losgelaten. Ik zie je nog dansen,
met hart en ziel soefi dansen.
Je laatste woorden waren: ‘ Lieve vrienden. Ik ben blij. Bye, bye’.
Whaw, ik was zo ontroerd toen ik dat las!
En ik weet dat dit diep uit je hart kwam.
Toen je erg ziek was zie je:
‘Wij hebben al zoveel gekregen,
En iedere dag krijgen wij er meer bij.
Niet te bevatten!’
Je hebt me toen ook verteld over dat omslagpunt in je leven.
Toen je voor het eerst alles begon los te laten.
Je zie: ‘Het was 1957.
Ik was 10 jaar oud en ging al jaren naar de zondagsschool.
Daar hoorde ik de verhalen over God
die Abraham en Mozes opdrachten gaf.
Maar van mijn grootvader had ik een boekje gekregen over spoetniks.
Dat heb ik in een ruk uitgelezen.
Ik las toen over de enorme, gigantische ruimte
en kosmos waarin wij ons bevinden.
De afstand van hier tot de planeten, van de planeten tot de zon
Van de zon tot ons melkwegstelsel …
en dan al die miljarden melkwegstelsels..’
Je hebt het me allemaal uitgelegd alsof je het opnieuw meemaakte,
die prachtig, grote reis die je toen hebt gemaakt,
De ruimte die je toen beleefd hebt.
Die ruimte werd toen voor jou je God, oneindig groots.
Niet te bevatten.
Dat hoef je nu ook niet meer proberen te bevatten.
Nu ben je opgegaan in die ruimte.
Nu ben je die ruimte.
Nu ben je opgegaan in het Licht
Nu ben je het Licht.
Proficiat, Virendra, je hebt reis volbracht.
Geniet er van.
Je bent thuis.
Bye, bye, Virendra
Ojas